Verslavingsbehandeling algemeen
Het is bij het behandelen van een chronische bio-psycho-sociale aandoening belangrijk om een aanpak te kiezen waarin ieder van deze aspecten aan bod komt. Het doel van de behandeling is een verandering van leefstijl die verder gaat dan “stoppen met middelengebruik”.
Biologisch is het daarbij verstandig het levensgevoel aantrekkelijker te maken door fysieke (aërobe) training, eventueel krachttraining om een snelle fysieke basis te leggen -conditieverbetering waarmee ook endorfinereacties, en testosteron gehalte verbeteren-.
Medicatie kan (tijdelijk) nodig zijn om trek te remmen of de rust te geven die voor herstel nodig is.
Sociaal Het is belangrijk om voldoende oefening te hebben in culturele, en sociale situaties zodat een ongewenste emotionele afhankelijkheid van middelen omgezet kan worden in een gewenste sociale band die ook steun kan geven bij tegenslagen. Acceptatie van de ziekte zonder acceptatie van het gedrag dat ontstaat door de ziekte.
Psychologisch emotioneel en cognitief is het belangrijk om na te denken over gevoelens en relaties. Om dit proces op gang te houden is regelmatig contact met een behandelaar nodig die de impact kan (her)kennen die verslaving heeft op denken en voelen.
Een behandeling bestaat uit fasen waarin zaken centraal staan:
De motivatie tot het onderkennen en erkennen van de ziekte (een aspect dat terug blijft komen waardoor logischerwijs een langdurige aanpak nodig is bij een chronische ziekte)
Een controle fase waarin gewerkt wordt aan de wens om te stoppen. Enerzijds door emotionele patronen te onderzoeken, denkpatronen uit te dagen, en gedrag te oefenen.
Anderzijds door het uitkomgedrag in kaart te brengen waarmee de omgeving van de verslaafde (werk, studie, relaties vriendschappen) kan worden ingezet in de richting van het te behalen resultaat.
Wederom enerzijds -“duwen”– om op duidelijke, lees: getrapte wijze, druk te genereren om de patiënt een draai te laten maken in het leven (door de gerede onvrede over het uitkomgedrag te kanaliseren in een plan van aanpak) en anderzijds een situatie te laten ontstaan -“trekken”– waarin er realistische hoop kan zijn op een aantrekkelijk leven waarin de ontgonnen en onontgonnen mogelijkheden van de persoon tot bloei kunnen komen, waarin zelfzorg en fysieke gezondheid waarde krijgt, oude herstelde relaties en nieuwe succes- en plezierervaringen de plaats innemen van het gebruik.
Vervolgens een oefenfase waarin divers nieuw gedrag aangeleerd en eigen gemaakt moet worden.
En uiteindelijk een terugkomfase van laagfrequent contact over onbepaalde tijd waarin vinger aan de pols gehouden wordt.
Het totale traject kost minimaal een jaar.